Dit artikel verscheen eerder op papier in het tweetalige themanummer van het coöperatieve magazine 'Imagine': Osons voir grand - Coopératives / Groots durven denken - Cooperaties'.

Ontdek hier het magazine en ondersteun hun coöperatieve journalistieke project.

Lees hier de pdf van het artikel.


Onze Energie is de campagne waarmee SeaCoop en de leden zo veel mogelijk Belgen willen bereiken om mee te doen met burgerwind op zee


België zet de komende jaren stevig in op windenergie op zee. Tegelijkertijd klinkt de stem van de burger steeds luider in het energiedebat. Dankzij burgercoöperatie SeaCoop krijgen burgers nu concrete mogelijkheden om deel te nemen aan offshore windprojecten. Daarvoor zijn 32 energiecoöperaties uit heel België verenigd. Het doel? Windenergie op zee niet alleen duurzaam maken, maar ook democratisch en toegankelijk voor burgers.


In het midden van de tafel staat een modelwindmolen van Lego. Philippe Awouters, initiatiefnemer van SeaCoop, toont het met enige trots. Het is het symbool van een ambitieus project. We zijn in de gebouwen van Ecopower. Ook Emma De Haan van Zuidtrant is van de partij, en Tim Hermans en Bert Gabriëls van Klimaan en Ecopower sluiten online aan. Zuidtrant en Klimaan zijn twee van de 32 coöperaties die hun schouders mee onder het verhaal van SeaCoop zetten.

Ze vertellen hoe SeaCoop hen de ideale kans biedt om hun missie en visie waar te maken. “Windenergie op land is heel moeilijk te realiseren door ruimtegebrek, ruimtelijke plannen en weerstand van sommige inwoners. De Noordzee biedt schaal, continuïteit en productiecapaciteit, maar was voor individuele coöperaties niet bereikbaar. SeaCoop heeft daar verandering in gebracht,” zegt Tim Hermans van Klimaan. Emma De Haan van Zuidtrant merkt op: “Het is onmogelijk om zo’n project op eigen houtje te realiseren. Daar hebben we het kapitaal niet voor en de impact van één energiecoöperatie is te beperkt. Door samen te werken binnen SeaCoop kunnen we toch deelnemen aan grootschalige infrastructuurprojecten.”

Het idee voor SeaCoop ontstond vanuit de federatie van burgercoöperaties voor hernieuwbare energie REScoop Vlaanderen en REScoop Wallonie. Toen de overheid in haar aanbestedingen expliciet ruimte creëerde voor burgerparticipatie in offshore projecten, verenigden zij lokale coöperaties onder één vlag: “Onze Energie / Notre Énergie”, met als doel burgers een volwaardige plek aan tafel te geven. “Onze Energie is in februari gestart, licht Philippe Awouters toe. De totale campagne heeft 7,5 miljoen euro opgehaald bij de 32 coöperaties voor een eerste investering in Northwind. Dat is een bestaand windpark, goed voor een equivalent van vijf windturbines.” Het gaat hier over een aandeel in Aspiravi Offshore, dat 70 % van het windpark bezit. De totale investering daarvoor was meer dan 20 miljoen euro, waarvoor het resterende bedrag werd geleend bij VDK, KBC en het Waalse W.alter. De volgende stap? Inspraak en participatie in de toekomstige windturbines van de Princess Elisabethzone.

SeaCoop is daarmee één van de eerste burgercollectieven in Europa die rechtstreeks wil participeren in grootschalige offshore projecten in de Noordzee. “Onze coöperaties op het vasteland zijn allemaal goed - bezig maar we wilden nu een stap verdergaan en ook op de offshore markt meedoen, waar vele grote spelers zitten. Dankzij het succes van de campagne is dat nu mogelijk geworden. Een overwinning, want eerder zagen de grote bedrijven ons niet staan.”


Energie in handen van burgers

Vandaag zijn er zo’n 125.000 burgers aangesloten bij de coöperaties binnen SeaCoop. De ambitie is om te groeien naar 500.000 coöperanten. Daarmee wil het platform niet alleen meer burgers betrekken, maar ook structurele invloed uitoefenen op het Belgische energielandschap. Niet elke burger hoeft actief deel te nemen, maar elke burger moet wel de kans krijgen om te kiezen voor eerlijke en duurzame energie.

Comedian Bert Gabriëls is een van die coöperanten. Voor hem is de keuze voor energiecoöperaties logisch. Hij maakt zich zorgen over het klimaat en wil niet afhankelijk zijn van buitenlandse energiebelangen. Hij is coöperant bij de Mechelse energiecoöperatie Klimaan, coöperant en klant bij Ecopower en gebruiker van een coöperatief autodeelsysteem. “Voor mij is het een manier om als burger inspraak te krijgen in wat er gebeurt. Twee dingen spelen daarin mee. Enerzijds de klimaatverandering: als artiest zeg ik dat mijn shows CO2-neutraal zijn en dat wil ik ook echt proberen. Anderzijds wordt het steeds belangrijker om geopolitiek onafhankelijk te blijven van andere landen en werelddelen. Ik wil geen oorlogsmachines financieren met mijn elektriciteitsfactuur.” Wat hem aanspreekt is de directe invloed, zonder eindeloze vergaderingen. Hij hoeft geen stem te hebben in elk agendapunt. “De belangrijkste manier van zeggenschap is voor mij de beslissing om coöperant te worden. Dat ik iets ondersteun waar ik achter sta.” Voor veel coöperanten zoals Bert is dat precies de kern: kiezen waar je geld naartoe gaat, en zo je waarden vertalen in daden.

Van lokale coöperatie tot windpark op zee

De structuur van SeaCoop is bewust gelaagd. Burgers worden aandeelhouder van hun lokale energiecoöperatie, die op haar beurt investeert in Seacoop. Zo wordt het kapitaal gebundeld voor nationale ambities, maar blijft het contact met de burger persoonlijk. “Ik heb het gevoel dat de coöperatie bereikbaar is, vertelt Bert. Als ik in de krant iets zou lezen dat niet overeenstemt met wat ik dacht dat ze gingen doen, dan kan ik ze onmiddellijk bereiken. Bij sommige bedrijven heb ik dat gevoel niet.” De 32 coöperaties vormen samen de algemene vergadering van SeaCoop. Ongeacht hun grootte heeft elke coöperatie één stem. Beslissingen worden genomen via het consent-principe. “Dat betekent dat elke coöperatie bezwaar kan maken tegen een beslissing", legt Philippe uit. “Dat wordt dan besproken op de algemene vergadering en eventueel geamendeerd. Bij een investeringsbeslissing waar een coöperatie tegen is, moet die niet meedoen aan die kapitaalronde.” Elke coöperatie binnen SeaCoop kan agendapunten indienen, zolang een tweede coöperatie het voorstel ook ondersteunt.

Om lid te worden van SeaCoop moet een coöperatie aangesloten zijn bij de federaties REScoop Vlaanderen of REScoop Wallonie. Hoeveel zij precies bijdragen hangt af van hun draagkracht. “Dat is omdat je grote en kleine coöperaties hebt, licht Emma toe. Ecopower heeft een groot bereik, kan sneller nieuwe coöperanten aantrekken en dus vlotter kapitaal ophalen. Het hangt er ook van af of je nog geld inzamelt voor andere projecten.” Philippe vult aan: “Maar elk van die 32 coöperaties heeft de garantie dat ze minimaal één vijftigste van elke investering mogen inbrengen, zodat de grotere coöperaties met een hoger ambitieniveau hen niet kunnen fnuiken in hun doelstelling. Op die manier wordt voorkomen dat één coöperatie bijvoorbeeld 90 % van de aandelen in handen krijgt. Dat principe geeft ook de kans om kleinere coöperaties zoals Vlaskracht en Stroomvloed te professionaliseren en hen mee te laten profiteren van het rendement.”


Coöperatief én inclusief

Het verhogen van het aantal klanten bij de coöperatieve energieleveranciers is geen rechtstreeks doel van SeaCoop, maar wél een logisch gevolg van het produceren van offshore windenergie. Vandaag hebben 75.000 mensen zo’n energiecontract. De ambitie is om dat te verviervoudigen naar 300.000, om zo steeds meer burgers te laten profiteren van eerlijke energieprijzen.

Bovendien zijn SeaCoop en verschillende aangesloten coöperaties erkend als Coöperatieve Vennootschap met Sociaal Oogmerk. Dat betekent dat ze een deel van hun winst sociaal investeren. Denk aan gratis groene stroom voor sociale organisaties, inclusieve autodeelprojecten, of zonnepanelen op sociale woningen. “Wij willen de energietransitie realiseren en zo proberen we mensen die het zwakst staan in onze maatschappij daarin mee te nemen”, verklaart Tim. SeaCoop toont op deze manier aan dat energietransitie niet alleen een technische of economische uitdaging is, maar ook een sociale keuze. Door burgers collectief te organiseren en hen toegang te geven tot offshore projecten, verschuift de hernieuwbare energie van grote commerciële spelers naar de samenleving zelf.