De CREG, de federale Commissie voor de Regulering van Elektriciteit en Gas nam in een recente studie de coöperatieve elektriciteitsleveranciers onder de loep. Ecopower is er daar een van. De studie gaat verrassend diep in op de verscheidenheid in types coöperaties, terwijl die in de meeste artikels allemaal – onterecht – over dezelfde kam worden geschoren.

Drie types coöperaties onderscheidt de CREG

Type 1: rechtstreekse participatie en mede-eigenaarschap via REScoop-leverancier

Coöperaties die elektriciteit produceren en verkopen aan hun vennoten. De coöperatie, of zeg maar: haar vennoten, hebben de productiemiddelen in eigendom. De geproduceerde stroom wordt geleverd aan de klant-coöperanten. Zegt de CREG: “Dit type coöperatieve vennootschap sluit het meest aan bij de historische coöperatieve gedachte waarbij een aantal leden middelen verzamelen om rechtstreeks te investeren in een project van hernieuwbare energie, die vervolgens aan de leden wordt verkocht.” U herkent meteen Ecopower in dit model.

Type 2: onrechtstreekse participatie via een FINcoop-leverancier

Coöperaties die aan hun vennoten elektriciteit verkopen die geproduceerd wordt door een andere, verbonden of geassocieerde vennootschap. Bekend voorbeeld: Wase Wind, dat de elektriciteit verkoopt van de bvba’s Fortech en BredeKop Wind. Beide bvba’s hebben de productiemiddelen in handen en kregen die van de coöperatie Wase Wind via een achtergestelde lening.

Figuur: structuur Wase Wind cvba per 31 maart 2017 (Bron: CREG)
Figuur: structuur Wase Wind cvba per 31 maart 2017 (Bron: CREG)


Type 3: nu wordt het ingewikkelder

De derde categorie die de CREG omschrijft zijn bedrijven (al dan niet coöperaties) die elektriciteit verkopen aan vennoten van een coöperatie en eventueel – met een meerprijs – aan niet-vennoten. Voorbeeld: de Waalse leverancier Cociter. Cociter is zelf een cvba, op haar beurt samengesteld uit twaalf REScoops die wel produceren maar niet leveren. Leden van die twaalf krijgen korting op de elektriciteit. Andere klanten in Wallonië betalen meer. De elektriciteit komt van de projecten van de twaalf coöperaties. Of, met andere woorden: die twaalf coöperaties hebben beslist om het aspect ‘levering’ uit te besteden aan een nieuwe coöperatie waar ze allemaal deel van uitmaken. Ecopower levert zelf niet in Wallonië, maar verwijst wel door naar Cociter.

Figuur: Structuur van COCITER scrl per 31 december 2017 (Bron: CREG)
Figuur: Structuur van COCITER scrl per 31 december 2017 (Bron: CREG)

Een erg verschillend voorbeeld uit deze categorie, dat minder aansluit bij het coöperatieve gedachtegoed dan de Cociter-constructie omdat het een bedrijfsinitiatief is en geen burgerinitiatief, is Aspiravi nv – zelf dus geen coöperatie. Dit bedrijf heeft een leveranciersvergunning in heel België maar levert uitsluitend elektriciteit aan leden van Limburg Windt cvba en Aspiravi samen cvba. Het kapitaal van deze twee cvba’s wordt via achtergestelde leningen ter beschikking gesteld aan de ‘groep Aspiravi’. De elektriciteit wordt geproduceerd door projecten van deze ‘groep’ (Aspiravi nv, Limburg Win(d)t nv en Lommel Wind(t).

Figuur: structuur Aspiravi Energy nv per 31 december 2017 (Bron: CREG)
Figuur: structuur Aspiravi Energy nv per 31 december 2017 (Bron: CREG)


Klein marktaandeel, wel invloed?

In heel België bereiken al deze leveranciers samen amper 1% van de toegangspunten – waarvan het leeuwendeel in Vlaanderen (92%). Als we naar de elektriciteitsprijzen kijken, besluit de CREG daarnaast dat het aanbod van de coöperaties competitief is en in sommige gevallen blijken ze zelfs het goedkoopst. Mogen we daardoor veronderstellen dat de aanwezigheid van coöperatieve leveranciers toch een rol kan spelen in de prijszetting van andere leveranciers?

De reden voor die doorgaans interessante prijs is volgens de CREG dat de coöperatieve leveranciers vaak geen of maar een beperkte vaste vergoeding aanrekenen. Dus scoren ze goed voor kleine verbruikers, wat rationeel energiegebruik aanmoedigt en dat vinden REScoops vanuit hun maatschappelijke en ecologische drijfveer natuurlijk belangrijk.

Hoe dan ook, zegt de CREG: vergelijk de prijzen (in Vlaanderen via de V-test van de Vlaamse regulator VREG) en vergaar voldoende informatie vooraleer u aandelen koopt van de ene of de andere energiecoöperatie.

Het feit dat er geen enkele coöperatieve leverancier is die grijze elektriciteit levert, komt niet uit de verf in deze studie. Dus, ten overvloede: al deze leveranciers leveren groene elektriciteit. Uit België.

Raadpleeg hier de volledige studie.

Lees hier het artikel dat fluxenergie.nl publiceerde over de studie.