Illustratie: Hanne Van Gils


Het Kenniscentrum Coöperatief Ondernemen van de KU Leuven (KCO) maakte in samenwerking met CERA een analyse van het actuele Belgische coöperatieve landschap. Na de invoering van de nieuwe vennootschapswetgeving met nieuwe regels voor de wettelijke ondernemingsvorm 'cv', is er heel wat veranderd.

De conclusies van de analyse: er zijn veel minder coöperaties dan voorheen. Van de bijna 25.000 cvba's en cvoa's hebben er 1700 gekozen voor het nieuwe wettelijke statuut cv, 6000 zijn omgevormd naar bv, nv, vof of vzw en zo'n 10.800 hebben nog geen actie ondernomen om hun verouderde coöperatieve ondernemingsvorm in regel te brengen met de nieuwe wetgeving.

Die 1700 nieuwe cv's hebben hun coöperatieve identiteit echt verankerd in hun statuten en werking. Er is dus komaf gemaakt met een groot aantal ‘oneigenlijke’ coöperaties.

Ondanks de stevige terugval van het aantal coöperaties blijft de economische impact groot: de ondernemingen met het nieuwe cv-statuut zijn vandaag goed voor 0,14 procent van alle ondernemingen, maar ze vertegenwoordigen tegelijk ongeveer 1,1 procent van het Belgische bruto binnenlands product en 1,5 procent van de werkgelegenheid.

Goed voor de economie dus, en daarnaast bieden coöperaties nog veel meerwaarde. Het zijn ondernemingen met aandacht voor democratie, gelijkwaardigheid en solidariteit die een krachtig en flexibel antwoord bieden op actuele economische en maatschappelijke uitdagingen. "Coöperaties blijven vaak onder de radar, maar ook in België vormen ze een kritische massa die in de achtergrond krachtig timmert aan oplossingen voor morgen,” zegt Lieve Jacobs, adviseur coöperatief ondernemen bij Cera.

Extra troef: coöperaties maken de economie veerkrachtiger in crisistijden: tijdens de coronaperiode kenden coöperaties een sterke groei van hun gemiddelde toegevoegde waarde (+5%).

Het is dan ook geen toeval dat de Verenigde Naties 2025 uitriepen tot Internationaal Jaar van de Coöperatie met als slogan 'Cooperatives build a better world'.

Bekijk hier de analyse van de VN over de bijdrage van coöperaties wereldwijd aan duurzame ontwikkeling en het de SDG's.  

Lees hieronder de kerncijfers en bevindingen van de Belgian Cooperative Monitor.

Lees meer in dit artikel van HLN

Raadpleeg hier de volledige Belgian Cooperative Monitor (ENG, FRA en NL)

Een duik in het coöperatieve landschap in Vlaanderen? Volg de werking van Coopkracht.





    Op de gondel van windturbine aan de Huysmanhoeve in Eeklo staat het Ecopower-logo nog met 'cvba'

    Evolutie van het landschap

    De invoering van het nieuwe Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen in 2019 betekende een kantelpunt. Het aantal actieve coöperatieve vennootschappen daalde van 24.971 in 2016 naar 12.517 in 2025.

    • Ondanks het verstrijken van de overgangsperiode op 1 januari 2024, hebben daarvan slechts 1.702 coöperaties (14%) voor het nieuwe cv-statuut gekozen, dat de coöperatieve identiteit meer expliciet verankert.
    • Meer dan 6.000 voormalige coöperatieve vennootschappen die onder het vroegere Wetboek kozen voor de cvba of cvoa omwille van de flexibiliteit, vinden die nu bij de hernieuwde bv-rechtsvorm. Daarnaast zijn ook enkelen overgestapt naar de hernieuwde nv, vof, of vzw.
    • Ruim 10.800 coöperatieve vennootschappen blijven nog in oude statuten (cvba/cvoa). Deze groep blijkt grotendeels te bestaan uit slapende en/of zeer kleine ondernemingen.
    Op de gondel van de winturbine in Schelle staat het actuele Ecopower logo met 'cv'

    In dat landschap zijn er regionale verschillen. Wallonië is koploper met 39% van alle coöperatieve vennootschappen (en bijna de helft van de nieuwe cv’s). Brussel volgt met 38% en Vlaanderen met een kwart van de coöperatieve vennootschappen. Waarschijnlijk speelt het actievere Waalse beleid van de laatste jaren ter ondersteuning van coöperaties hierbij een rol.


    Economisch gewicht

    Coöperaties zijn kleiner in aantal, maar leveren een sterke bijdrage aan de Belgische economie:

    • Coöperatieve vennootschappen met het nieuwe cv-statuut vertegenwoordigen ongeveer 1,1% van het Belgische BBP en 1,5% van de werkgelegenheid.
    • De gemiddelde toegevoegde waarde per onderneming in 2023 is dubbel zo hoog bij nieuwe cv’s in vergelijking met voormalige coöperatieve vennootschappen (cvba/cvoa) die kozen voor de bv of nv.
    • Nieuwe cv’s leveren 51.006 jobs in voltijdse equivalenten (+7,3% sinds 2016). De helft van hen stelt echter maximaal 7 VTE’s tewerk; grote spelers trekken het gemiddelde sterk omhoog.
    • Samen zorgen ze voor 29 miljard euro omzet en 5,5 miljard euro loonkosten in 2023.
    • De gemiddelde omzet is 84,9 miljoen euro bij nieuwe cv’s versus slechts 4,7 miljoen euro bij vennoot schappen in oude rechtsvormen (cvba/cvoa). 6 BELGIAN COOPERATIVE MONITOR 2025


    Spreiding per sector

    Coöperaties zijn actief in uiteenlopende sectoren:

    De tertiaire sector blijft dominant met ongeveer 70% van alle coöperatieve vennootschappen, maar bij nieuwe cv’s is dat slechts 58%.

    De secundaire sector wint terrein (23% bij nieuwe cv’s), net als de primaire sector (10%). Opvallend is de groei in het relatieve aandeel van landbouw (10%) waar de coöperatieve identiteit sterker verankerd is, maar ook in handel (22%) en horeca (14%), waar oude coöperatieve rechtsvormen eerder dominant waren.

    Erkenningen

    Van de 1.702 coöperaties conform met het WVV hebben 485 een NRC-erkenning (waarvan 169 eveneens een erkenning als sociale onderneming) en bijkomend 287 cv’s hebben enkel een erkenning als sociale onderneming. Binnen de 1.702 nieuwe cv’s bezit dus 28% minstens één erkenning. Opvallend: meer dan 100 ondernemingen met een NRC-erkenning heeft nog in oude coöperatieve rechtsvorm of is ondertussen overgestapt naar een andere rechtsvorm, wat een meer doorgedreven opvolging wenselijk maakt.

    Herbezinning op coöperatieve identiteit

    Een kwalitatief luik met interviews met coöperatieve experts, managers en bestuurders toont aan dat het vernieuwde wetboek heeft geleid tot een vermindering van de ‘oneigenlijke’ coöperatieve vennoot schappen: wie het coöperatieve gedachtegoed niet voldoende onderschrijft, kiest voor de bv of nv. Daarentegen is voor veel coöperaties de keuze voor het cv-statuut een bewuste herbevestiging van hun missie. Kernbegrippen uit de ICA-definitie zoals democratische controle, solidariteit en zorg voor de gemeenschap worden veelal heel actief vertaald in governance en strategie. Tegelijkertijd zijn er wellicht méér coöperaties ‘in spirit’ dan strikt juridisch zichtbaar, omdat sommige ondernemingen hun oude coöperatieve rechtsvorm toch vervingen door een bv, vaak uit praktische overwegingen of onder invloed van adviseurs die weinig vertrouwd zijn met de diversiteit van het coöperatieve model.

    Beleids- en praktijkimplicaties

    • Voor beleidsmakers: ondersteun de professionalisering en zichtbaarheid van coöperaties, zodat hun maatschappelijke bijdrage erkend en versterkt wordt.
    • Voor ondernemers: de cv blijft dé logische rechtsvorm voor wie coöperatieve waarden wil verankeren. Maak die maatschappelijke impact zichtbaar.
    • Voor onderzoekers: ondersteun cv’s bij het meten van duurzaamheid en impact.
    • Voor de samenleving: word lid van coöperaties: ze zijn laboratoria voor een democratische en duurzame economie – broodnodig in deze uitdagende tijden.


    Coöperaties zijn met minder, maar sterker: de daling in aantal gaat samen met een bewuste keuze voor echte coöperatieve identiteit. Hun economische én maatschappelijke bijdrage groeit, en maakt hen een sleutelspeler voor een veerkrachtige Belgische economie. Samenwerking tussen praktijk, beleid en onderzoek is daarbij van cruciaal belang.