2 december 2015

Tom Willems

1. Niet nodig voor de bevoorradingszekerheid

De oudste Belgische kerncentrales openhouden is niet nodig voor de bevoorradingszekerheid. Dat werd al duidelijk in de studie van de CREG van 2/09/2015 over de strategische reserve en de bevoorrading tijdens de winterperiode 2014-2015 (http://www.creg.info/pdf/Studies/F1454NL.pdf). Daaruit bleek dat zelfs zonder de scheurtjescentrales Doel 3 en Tihange 2 (2000 MW, meer dan 2 keer zoveel als Doel 1 en 2 samen) er vorige winter steeds een overschot was van meer dan 1000 MW. De CREG maakte ook de simulatie van een echte koude periode. Zelfs in dat geval zou er steeds voldoende capaciteit geweest zijn en zou men de strategische reserve (850 MW extra) niet hebben moeten aanspreken. Ook een recentere studie van Elia (13/11/2015) kwam tot de conclusie dat er bij de heropstart van de scheurtjescentrales geen bevoorradingsproblemen te verwachten zijn de komende jaren, ook niet wanneer Doel 1 en 2 toch zouden sluiten. Op 17 november 2015 besliste het FANC dat de Doel 3 en Tihange 2 voldoende veilig waren en dus opnieuw open mochten. Daarmee wordt er in België geen enkel probleem van bevoorradingszekerheid meer verwacht voor de komende jaren. Vermits niet aan de voorwaarde van het probleem inzake energiebevoorradingszekerheid voldaan is, is de beslissing van de regering volgens ons onwettig.

2. Werkt concurrentieverstorend

De marktdominantie van de gevestigde producent/leverancier in een al sterk geconcentreerde Belgische markt wordt nog eens versterkt. Engie-Electrabel had nog altijd 2/3 van de Belgische elektriciteitsproductie in handen en is daardoor (volgens de economische theorie) in staat om de marktprijs te manipuleren. De markt kan slechts werken (volgens de economische theorie) in het belang van de gebruikers (wat uiteindelijk de bedoeling is van de interne Europese markt) indien geen enkele partij meer dan 1/3 van de groothandelsmarkt of één van de afgeleide markten beheerst. De kernuitstap bood de mogelijkheid om de markt geleidelijk aan open te breken voor nieuwe spelers en hernieuwbare energie. We zijn nu terug naar af. De dominantie van Engie-Electrabel wordt bestendigd en versterkt. We worden met andere woorden meer dan 10 jaar terug in de tijd gekatapulteerd. Volgens ons kan deze beslissing de Europese toets van concurrentieverstoring niet doorstaan.

3. Vertraagt energietransitie naar hernieuwbare energie

De aanwezigheid van 6000 MW nucleaire baseload op het net zal de transitie naar hernieuwbare energie vertragen. Wanneer er de komende jaren op zonnige winderige dagen enkele duizenden MW hernieuwbare energie bijna kosteloos op ons net komt en de nucleaire baseload niet afgeschakeld kan worden, zal er meer elektriciteit op het net komen dan er gevraagd wordt en geraakt ons net overbelast. Naarmate er meer hernieuwbare energie komt en er op het elektriciteitsgebruik bespaard wordt, zullen dergelijke situaties zich meer en meer voordoen. We moeten de beslissing tot uitstel van de kernuitstap dus samen lezen met het regeerakkoord, waarin er vermeld staat dat bij negatieve prijsvorming op de elektriciteitsbeurs de hernieuwbare energie geen groenestroomcertificaten meer zal krijgen. De bedoeling is dus windturbines dwingen stil te gaan staan op winderige dagen, wanneer ze eigenlijk aan zeer lage kosten elektriciteit kunnen produceren. Terwijl aan de nucleaire productie en winstmarge niet geraakt wordt.

4. Vorm van belangenvermenging en ongewenste staatssteun

De conventie tussen de overheid en één dominante marktspeler is te beschouwen als een vorm van belangenvermenging en ongewenste staatssteun. Zo wordt aan de nucleaire productie gegarandeerde rendementen beloofd (door aanpassing van de nucleaire rente naar beneden) terwijl andere producenten in grote onzekerheid verkeren of ze wel aan voldoende draaiuren zullen geraken om uit de kosten te geraken. De (onderschatte) factuur voor de afbraak van de centrales wordt nogmaals vooruitgeschoven. Het wordt nochtans hoog tijd dat België ervaring opdoet met de afbraak van nucleaire installaties.

5. Wat met de MER-plicht?

De verlenging van de exploitatievergunning valt volgens Europese regelgeving onder de MER-plicht. Vergunningsaanvragen voor hernieuwbare energie moeten soms ellenlange procedures doorlopen om uiteindelijk gerealiseerd te worden. Hier wordt alles op een drafje afgehandeld, zonder openbaar onderzoek. De minister gaat haar boekje te buiten. Benieuwd of dit de toets bij de raad van state overleeft.

6. Ondermijnt investeringsklimaat hernieuwbare energie

Het is weinig realistisch om in de periode 2023-2025, 6000 MW nucleaire capaciteit van het net te halen en te vervangen door alternatieven. Toch verkondigt deze pro-nucleaire regering, zonder blikken of blozen, dat dit zal gebeuren. Een teken van onkunde? Of worden de vele burgers en ondernemers die bezig zijn met de energietransitie zomaar in het gezicht uitgelachen? Waarschijnlijk een combinatie van beide. In ieder geval wordt het investeringsklimaat voor alternatieve energie de komende jaren ondermijnd. Niemand zal het woord van de regering nog vertrouwen, tenzij dit juridisch gebetonneerd wordt in een bilateraal contract. Een voorrecht dat voorbehouden blijft aan enkele grote Franse aandeelhouders. Daarmee wordt de kernuitstap en de overgang naar duurzame energie de facto met meer dan 10 jaar uitgesteld.


Tom Willems