Donderdag 12 november stond het Energiecafé in het teken van warmtenetten. Als voorbeeld bespraken we uitvoerig Warmte Verzilverd, het warmtenet dat Ecopower samen met burgercoöperatie ZuidtrAnt-W en het technisch expertisebureau Kelvin Solutions aanlegt in Mortsel en Edegem.

We organiseerden twee online sessies via Teams, in totaal waren er zo’n 180 geïnteresseerden. Het informatieve filmpje vooraf met uitleg over warmtenetten en het project ziet u hier:

Bent u graag helemaal mee met de ontwikkelingen van Warmte Verzilverd? Het warmtenet heeft een eigen website en nieuwsbrief.

In dit verslag bundelen we alle antwoorden op de vragen die gesteld werden door de deelnemers van het Energiecafé. Veel gestelde vragen. We deelden ze op in categorieën:

Het warmtenet

Wie is eigenaar en beheerder van het warmtenet? Is er betrokkenheid van de gemeente(n) en/of Fluvius?

Warmte Verzilverd is eigenaar van het warmtenet in Mortsel. De gemeente is nauw betrokken, ook Fluvius was er bij van in het begin. Warmte Verzilverd is een samenwerkingsverband tussen Ecopower, ZuidtrAnt-W – allebei burgercoöperaties - en Kelvin Solutions.

Is het mogelijk om op termijn onbeperkt warmtebronnen en -afnemers toe te voegen? Kan het net aan andere warmtenetten gekoppeld worden of blijft dit een geïsoleerd project?

Uiteraard is het vermogen van een warmtebron beperkt, maar op een warmtenet kunnen verschillende bronnen in parallel worden aangesloten; dit is decentrale productie. Warmtenetten koppelen is hier een voorbeeld van en wordt voor het warmtenet van Mortsel overwogen voor de toekomst. Het kan ook helpen om de reservecapaciteit van het ene net te gebruiken op het andere net, zo gebeurt de aanvoer van warme water uit twee richtingen.

Aan de warmte-afnamezijde is er een beperking door de leidingdiameter. Die bepaalt het maximale debiet dat door de leidingen kan. Samen met het temperatuurverschil tussen aanvoer en afvoer volgt hieruit het warmtevermogen. Door beter geïsoleerde woningen en gebouwen, verlaagt de warmtebehoefte van een gemiddelde verbruiker over de tijd, zodat het aantal verbruikers dat kan aansluiten toeneemt.

Kan een warmtenet op restwarmte ook bij bestaande woningen?

Dat kan zeker. Het warmtenet in Eeklo gaat grotendeels over aansluitingen bij bestaande woningen en bedrijven. Dat loopt vanzelfsprekend moeilijker dan voor nieuwbouw. Bij de bouw van een woonwijk moet iedereen op hetzelfde moment kiezen hoe te verwarmen. Bij bestaande woningen moet iedereen individueel de keuze maken om al dan niet aan te sluiten. Wie net een nieuwe verwarmingsinstallatie geïnstalleerd heeft, zal die keuze bijvoorbeeld niet snel maken. Wie beslist om in een straat een warmteleiding aan te leggen, moet zo veel mogelijk mensen mee krijgen, er is een hoge dichtheid nodig van mensen die aansluiten.

Zou een verplichting om aan te sluiten op een warmtenet in de straat helpen?

Dat zou helpen, maar is iets dat niet snel zal gebeuren. Dit omdat in bestaande woningen elke situatie anders is.

De warmtebron

Als Agfa-Gevaert er niet meer is, wat gebeurt er dan met het warmtenet?

We hebben hier rekening mee gehouden. Een warmtenet is er voor 50 jaar of langer. Heel ver in de toekomst kijken kan moeilijk. Er is een back-up-scenario: we hebben het recht om op de site van Agfa een stuk grond/recht van opstal te kopen.

Bij Agfa zijn er heel wat processen die warmte als rest hebben. Als het proces waar we nu restwarmte van afnemen stopt, kunnen we bij een ander proces warmte afnemen. Als alles stopt, is er de mogelijkheid om een eigen centrale bouwen. Wat dat precies zou zijn, is te bekijken. Het is moeilijk te voorspellen wat op dat moment de meest duurzame/betaalbare bron zal zijn. We simuleerden al de optie om via warmtepompen de warmte van het drinkwaterstation vlakbij te gebruiken en te verhogen tot de goede temperatuur. Dat is nu het meest aangewezen. Binnen vijf of tien jaar kan dat anders zijn. Andere opties zijn aansluiten op een stadsbreed warmtenet, er worden nu al verschillende warmtenetten in Antwerpen gerealiseerd.

Er zijn dus opties voor back-up, meegerekend in de business case. In elk geval is de warmteafname voor de eerste zeven jaar gegarandeerd.

Wat als er op korte termijn iets mis gaat met de installatie waardoor er geen aanvoer van warmte is. Wat bij panne of onvoldoende warmte?

Op de warmteleiding komen dan een aantal aftakpunten waar een mobiele installatie warmte voorziet. Dit is voorlopig een niet-duurzame warmtebron (brandstof) omdat dit nog niet op een duurzame manier bestaat. Op een dag tijd kan dit geregeld zijn. De kans dat dit bij Agfa gebeurt, is relatief klein. Zij hebben zelf warmte nodig bij eigen processen en in eigen gebouwen en zorgen er dus voor dat de warmtebron niet stilvalt. De beschikbaarheid van warmte is heel hoog. Theoretisch kan er een defect zijn in een pompstation, er is dus een mogelijkheid om dan toch warmte te voorzien.

Is er warmteopslag voorzien om schommelingen dag/nacht of seizoenen op te vangen?

Nee, niet in verband met schommelingen omdat er bij Agfa continu restwarmte beschikbaar is. Alleen de nodige restwarmte wordt aangekocht. We zitten zelf niet met een overschot. Dit is stuurbaar. Ook in de zomer is er warm water voor douches nodig.

Op andere plaatsen zal het wel zinvol zijn om warmteopslag te voorzien. Mogelijk is het in Mortsel een noodzaak in de toekomst als we andere bronnen gebruiken. Om pieken op te vangen, hebben we een buffervat. Opslag is mogelijk, maar heeft zijn kost en neemt plaats in.

In andere projecten in de onderzoeksfase wordt daaraan gedacht.

Verliest Agfa-Gevaert hierdoor niet de motivatie om in de zomer minder restwarmte te gebruiken?

Dat is een terechte vraag, maar Agfa gebruikt werkelijk zoveel mogelijk restwarmte zelf. In de zomer wordt er minder warmte afgenomen door de particuliere verbruikers en aangezien Agfa betaald wordt per kWh afgenomen warmte, zijn de inkomsten voor Agfa dan lager.

Wat zijn de beweegredenen van Agfa om te willen leveren aan het warmtenet?

Duurzaamheid is zeker een van de beweegredenen. Agfa zet zelf ook sterk in op recuperatie van warmte. Ze willen zo energie-efficiënt mogelijk werken en een positieve bijdrage leveren aan buren en de buurt. Anderzijds kunnen ze in site Gevaert 4 ook restwarmte van Gevaert 1 gebruiken, ze moeten daar geen nieuwe gasketel plaatsten. Er is dus ook een beperkt financieel voordeel voor hen.

Wordt Agfa vergoed en moet Agfa voor een bepaalde minimumperiode leveren?

Ja, Agfa wordt vergoed voor de warmte. Ze moeten voor minstens zeven jaar leveren.

Zijn er nog andere bedrijven die potentieel restwarmte kunnen leveren?

Voor het warmtenet in Mortsel zijn er momenteel geen andere bedrijven dan Agfa.

Hoeveel Joule/uur kan Agfa leveren als restwarmte voor het warmtenet?

De distributiecentrale is gedimensioneerd om maximaal 3000 kW aan warmtevermogen af te nemen van het interne warmtenet van Agfa. Dit vermogen mag ook lager zijn, bijvoorbeeld in de zomer. Warmte Verzilverd betaalt aan Agfa alleen voor de afgenomen energie (kWh). Als het warmtenet minder warmte afneemt, gaat de restwarmte wel verloren in de schouw van Agfa.

Het warmtenet dimensioneert op uitbreiding, kan het aantal energiebronnen dan ook uitgebreid worden?

Op dit moment is er bij Agfa meer dan warmte genoeg om een uitbreiding van het warmtenet te doen.

Kan er ook een warmtenet zijn als er geen industriegebied is? Zijn er andere bronnen zoals datacenters of afvalcentrales mogelijk?

Andere bronnen dan industriële restwarmte zijn zeker mogelijk. Bestaande warmtenetten gebruiken vaak restwarmte van afvalverbrandingsovens, zo werken we in Eeklo met restwarmte van IVM. Voor dit project was de bron van Agfa er. Een studie door Vito in opdracht van de provincie Antwerpen bekeek wat mogelijk was met hun restwarmte.
Een andere optie in Mortsel is een stadsbreed warmtenetwerk maken: een aantal kleinere warmtenetten worden gekoppeld om warmte uit te wisselen. Hoe dit verder ingepland wordt, hangt af van de evolutie de komende jaren. In Zellik nemen we deel aan een onderzoeksproject over datacentra. Alle bronnen zijn mogelijk. De meeste warmtenetten in Vlaanderen zijn momenteel op afvalverbrandingsovens aangesloten.

Zou Ecopower restwarmte uit afvalverbranding een aanvaardbaar project vinden?

Ja, als de warmte van afvalverbranding zo efficiënt mogelijk gebruikt wordt. Dit wil zeggen eerst voor elektriciteitsproductie en pas op lagere temperatuur als bron voor het warmtenet. Het warmtenet in Eeklo maakt overigens ook gebruik van restwarmte uit afvalverbranding, warmte die anders domweg de lucht ingaat.

In hoeverre is de warmte van Agfa-Gevaert groen? Is de groenwaarde alleen het gebruik van de restwarmte?

Agfa recupereert zelf op alle temperatuurniveaus zoveel mogelijk warmte (cascadeprincipe), maar heeft lagetemperatuurwarmte over. Het is warmte waar niets anders mee kan gebeuren maar die aan de oorsprong wel gemaakt is met aardgas. Restwarmte die anders verloren zou gaan, wordt beschouwd als groen. De Vlaamse overheid gebruikt ook deze definitie.

Rendement & rentabiliteit

Wat is het rendement van dit warmtenet?

Na doorrekening komen we op een IRR (internal rate of return) van 8%. Dat is rendabel. Het is een project met een looptijd van 30-50 jaar of langer. Er zijn een aantal veronderstellingen nodig i.v.m. elektriciteits- en warmteprijzen en over wat er met de warmtebron gebeurt. In de slechtste prognoses kan het rendement iets zakken, maar ligt het nog steeds boven de 6%.

Hoeveel woningen moeten aansluiten voor een rendabel project?

Het project in Mortsel is rendabel met het aantal aansluitingen dat nu voorzien is. Dat zijn 340 woningen op de Minerve-site, 80 woningen in het Zilverkwartier, drie bedrijven en Agfa 4. Hiermee is de businesscase opgebouwd. We zijn zeker van deze aansluitingen: de woningen hebben geen andere optie en met de bedrijven en Agfa zijn er overeenkomsten.

Er zijn ook nog uitbreidingen in de omgeving gepland.

Wat is de terugverdientijd van de investering?

Dat is moeilijk te zeggen. Voor Ecopower is dat voldoende om erin te investeren. Bewoners betalen een vaste prijs per afgenomen kWh warmte en een vaste bijdrage per jaar. We werken volgens het NMDA(Niet Meer Dan Anders)-principe. Bewoners betalen niet meer dan wanneer de woonwijk met klassieke warmtepompen zou worden verwarmd. In nieuwe woonwijken zijn geen gasleidingen meer, daarom is een lucht-water warmtepomp de referentie.

Mee investeren

Is mee investeren en lid worden van de coöperatie verplicht?

Investeren is niet verplicht om warmte af te nemen, maar het is wel een kans. Zo wordt u mee eigenaar van het warmtenet dat uw eigen warmte levert. Wie mee wilt investeren, doet dat via een van de coöperaties. Ook wie geen warmte afneemt, kan mee investeren.

Wat is de prijs van een aandeel in de coöperatie?

Bij Ecopower 250 euro, bij ZuidtrAnt-W 100 euro. Meer details vindt u op de website van beide coöperaties.

Kan ik als coöperant bijdragen aan een warmtenet dat niet in de straat ligt?

Iedereen kan coöperant worden bij Ecopower of ZuidtrAnt-W en zo mee investeren. Warm aanbevolen!

Eigendom & kosten

Welke prijs betalen klanten voor de warmte? Hoe wordt dit gemeten?

Elk huis of appartement aangesloten op het warmtenet heeft een afgiftestation met warmtemeter. Die meet het debiet en de in- en uitgaande temperatuur. Deze informatie wordt doorgestuurd naar een centraal systeem en zo gebeurt de facturatie.

De totaalprijs hangt af van hoeveel mensen aansluiten per lopende meter, dit is afhankelijk van het project en de warmtebron. Voor de meeste warmtenetten – ook voor Warmte Verzilverd – geldt het Niet-Meer-Dan-Anders-principe: de verbruiker mag in totaal niet meer betalen dan de referentie (inclusief de vaste kost). De vergelijking in Mortsel gebeurt met een lucht-of waterwarmtepomp omdat nieuwbouwwijken geen gasaansluiting meer kunnen krijgen. In Eeklo wordt gekeken naar een vergelijking met aardgas.

Recent werd een wet van de Vlaamse regering goedgekeurd die stelt dat nieuwe verkavelingen en grote gebouwen niet meer op aardgas kunnen worden aangesloten. Dit is belangrijk omdat de competitiviteit met aardgas moeilijk is, de prijs is immers historisch laag.

Wat is de besparing voor eindgebruikers t.o.v. verwarming op aardgas? Wat is een rendabele maximale afstand tussen warmtebron en de warmteafnemer?

Dat is zeer projectafhankelijk. De warmtebron kan 'gratis' restwarmte zijn of warmte gegenereerd door bijvoorbeeld een warmtepomp (verbruik elektriciteit). Verder moet de kost van de investering op een of andere manier uiteraard doorgerekend worden. Hoe meer verbruikers aansluiten per meter gelegde leiding, hoe voordeliger. Als daar een aantal grote warmteverbruikers bij zitten zoals bedrijven, dan helpt dit om de investering terug te verdienen.

De prijs van aardgas is momenteel zeer laag, maar aardgas is niet de energiedrager van de toekomst. Nieuwe verkavelingen of grote gebouwen mogen wettelijk nu al niet meer aangesloten worden op aardgas.

In Mortsel ligt de warmtebron op minder dan een kilometer van de eerste verbruikers en is er een grote verbruiker, namelijk de fabriek van Agfa op site 4. Dit helpt de dure investering van de leidingen terug te betalen. Het is moeilijk om een ‘rendabele’ afstand te schatten. Ook de prijs die voor de bronwarmte moet betaald worden, is belangrijk.

Hoeveel kost een warmteafgiftestation? Wie doet die investering en wie is eigenaar van het afgiftestation?

Voor het warmtenet in Mortsel gebeurt de aansluiting op het warmtenet en het plaatsen van het afgiftestation door Warmte Verzilverd. Deze investering wordt volledig gedragen door Warmte Verzilverd. Ook het onderhoud, reparaties en eventueel latere vervangingsinvesteringen zijn ten laste van Warmte Verzilverd. De verbruiker betaalt in sommige gevallen een eenmalige aansluitingskost (€, soms al inbegrepen in de aankoop van het appartement) en verder een jaarlijkse vaste kost (€/jaar, zoals meestal ook het geval is bij aardgas) en een variabele kost afhankelijk van het gebruik (€/kWh).

Wat is de inschatting van de kosten van een warmtenet?

Het afgiftestation is niet duur, minder dan de helft van een gasketel. Vooral de warmteleidingen in de straat zijn de kost, die zijn goed geïsoleerd. Het vermogen per lopende meter buis bepaalt de businesscase, er zijn dus veel aansluitingen nodig. Als een grote verbruiker zoals industrie of een groot gebouw aansluit op het net, kan dat de kosten verminderen. Hoeveel het voor u persoonlijk kost, hangt af van het aantal gebruikers in de straat.

Andere warmtenetten

Eeklo, hoe zit het daar?

In Eeklo werken we met een omgekeerde aanpak ten opzichte van die bij Warmte Verzilverd. In Eeklo leggen we een warmtenet aan in een bestaande omgeving, met zowel bedrijven als woonwijken waar iedereen al een verwarmingsinstallatie heeft. Hiervoor zijn heel sterke argumenten nodig:

  • Een zeer duurzame verwarming, volledig op restwarmte.
  • Een Niet-Meer-Dan-Anders-principe ten opzichte van de prijs vandaag.

Dit houdt in dat er rechtstreekse concurrentie is met de nu extreem lage aardgasprijs. Dat wil zeggen dat we veel meer volume moeten verkopen om uit de kosten te geraken. Nu betekent dat: iedereen waar het traject langs loopt, aansluiten. Dat is niet realistisch. We hebben dus een vergunning maar moeten nog even wachten.

Hoe selecteert/zoekt Ecopower een project?

Tot nu toe komen projecten voort uit samenwerkingen met gemeenten of komt de vraag van partijen aan Ecopower. In Eeklo zijn we al langer actief, daar staat onze eerste windturbine. Samen met de stad Eeklo keken we waar we duurzame verwarming zouden kunnen plaatsen.

Voor het warmtenet in Mortsel stelden Kelvin Solutions en ZuidtrAnt-W de vraag om mee te investeren. Daarnaast doen we onderzoek met een EU-project voor een warmtenet in Zellik. Op dit moment zijn we zelf niet heel actief op zoek, maar we willen dit wel meer en meer uitbreiden.

In Aalst was er vroeger een warmtenet, wat is het verschil met warmtenetten nu?

Dat warmtenet in Aalst werd gevoed met de afvalstoom van een bedrijf. Die stoom ging naar de huizen waar men de stoom liet condenseren. Het condensaat liet men weglopen. Dat is momenteel ondenkbaar, de huidige netten zijn altijd gesloten systemen waar zo weinig mogelijk warmte verloren gaat.

Zijn er andere steden en gemeenten die een gelijklopend project hebben?

Zeker. Bijvoorbeeld Roeselare of Oostende waar BeauVent een warmtenet bouwt, Antwerpen Nieuw Zuid, Turnhout … Overal in Vlaanderen worden nieuwe warmtenetten gebouwd. Wat ons warmtenet uniek maakt is de combinatie met restwarmte van een industrieel bedrijf.

Een overzicht vindt u hier.

Hoever staan ze met de warmtenetten in de Kempen, gebaseerd op diepteboringen van +/- 3 km, om hele regio's te verwarmen?

Wij kunnen hiervoor enkel verwijzen naar de informatie te vinden op het internet. Op de site van VITO of Kempen2030 vindt u meer informatie.

Praktisch: warmte bij u thuis

Kan een woning op gas eenvoudig overschakelen?

In principe wel, gewoon een gasketel laten verwijderen kan. De mogelijkheden zijn afhankelijk van het temperatuurniveau van de installatie. In dit warmtenet is er een hoog temperatuurniveau, dus dan kan de verwarming via radiatoren. Bij een warmtenet op lagere temperatuur is er vloerverwarming nodig.

Wat is de temperatuur van het water? Is dit afgestemd op radiatoren, lagetemperatuurverwarming en sanitair warm water?

De temperatuur is hoog genoeg om zowel sanitair warm water als verwarming van de woning te voorzien. Een warmtewisselaar in de woning zet warmte om in lagetemperatuurverwarming, dat kan van 90°C naar een lagere temperatuur. De temperatuur is dus geschikt voor zowel radiatoren, sanitair warm water als lagetemperatuurverwarming.

Fabrieksprocessen hebben de warmte op hogere temperatuur nodig. Als we in de toekomst een andere bron moeten inzetten, dan gaan we die hoge temperatuur niet aanhouden. Waarschijnlijk zakken we dan naar 50 à 60°C. In elk geval behouden we een temperatuur die nog hoog genoeg is om sanitair warm water te maken.

Hoe wordt de temperatuur in de woning geregeld?

Zoals in een klassieke verwarmingsinstallatie, met een kamerthermostaat.

Moeten er overal nieuwe waterleidingen gelegd worden?

Er zijn geen nieuwe waterleidingen nodig in de woning, wel nieuwe warmteleidingen in de wijk.

Is het een idee om als gebruiker van het warmtenet een warmtepomp te plaatsen om zo minder transportverlies te hebben?

Dit is het principe van het bronnet: via een diepe boring in de grond onttrekt men water en laat dit terug circuleren. Uit dit water zal een warmtepomp per woonunit energie onttrekken voor alle warmtebehoeften van de eindgebruiker. Het is mogelijk om in de zomer de warmtepomp om te keren en zo te koelen, eventueel met opslag in de bodem. Dit was een optie bij de wijk Minerve, elektriciteit is dan de drijvende kracht voor de warmtepomp.

Door de wijk Minerve aan te sluiten op het warmtenet met restwarmte van Agfa zijn er geen warmtepompen meer nodig omdat de restwarmte bij Agfa onttrokken kan worden aan een temperatuur van 70°C. Met het warme water wordt zowel de ruimte als het sanitaire warm water voorzien in de woningen van de wijk Minerve. In de huidige omstandigheden met restwarmte beschikbaar op deze hoge temperatuur is dit de meest efficiënte oplossing, energetisch én economisch.

Heeft het nog zin om te investeren in een zonneboiler of in de omschakeling naar rijk gas?

Een zonneboiler heeft zin maar mogelijk niet als u op het warmtenet in Edegem aangesloten bent. Een omschakeling naar rijk gas zal nodig zijn als maatschappij, het zal niet lukken om nu overal tegelijk warmtenetten te leggen. Een warmtepomp blijft een optie.

Technische aspecten van een warmtenet

Waarom zijn er gescheiden circuits?

Als het water vanuit de warmteleidingen rechtstreeks de woningen ingaat, is alles op dezelfde temperatuur. En als er iets misloopt in de woning, kan het warmtenet water verliezen en zo defect raken. Een warmtewisselaar – en dus gescheiden circuits - zorgt ervoor dat u de temperatuur kunt regelen. Water van het warmtenet blijft dus altijd gescheiden van het water in de woning.

Kunnen de buizen goed geïsoleerd worden bij een boring? Zijn er warmteverliezen?

De fabriek levert de buizen met een isolatie. De eigenlijke buis waar het water door loopt is een stalen buis. Die is geïsoleerd met PUR en wordt bewaakt met weerstandsdraden. Zo wordt ook gemeten of er eventueel een lek is in de isolatie. De duurzaamheid is heel groot, over enkele kilometers is er 2 à 3 °C verlies. Dat is zeer weinig.

Op de werf worden de voorgeïsoleerde buizen aan elkaar gelast. Eerst komen de stalen buizen, dan wordt de PE-mantel doorgetrokken. Het lassen van de kunststof gebeurt ter plaatse met in de mof ingebouwde elektrische weerstanden. Deze mof wordt getest op luchtdichtheid en vervolgens opgespoten met PUR. Op deze manier zijn de verbindingen even goed geïsoleerd als geprefabriceerde buizen. De buizen voor een boring worden op dezelfde manier gemaakt.

Varia

Hoe ingrijpend is het trekken van leidingen in een historisch centrum? Stel dat Brugge de stadsgebouwen in het centrum wil verwarmen met de verbrandingsoven.

Door de grote waterdebieten, de dikke isolatie en het feit dat er altijd een aanvoer- en retourleiding is, vraagt het leggen van een warmtenet in de straat een vrij brede en diepe sleuf. De leidingen liggen typisch 80 cm diep. Dit kan inderdaad een grote last zijn voor een stadscentrum. De leidingen worden het best gelegd tijdens andere, gelijkaardige infrastructuurwerken. Als de straat opengelegd zal worden, is het een goede reflex om de opportuniteit van een warmtenet te onderzoeken. Horizontale boringen zijn mogelijk, maar heel duur en vragen veel plaats waar de leiding onder de grond gaat en terug bovenkomt.

Wat zou het rendement zijn van een warmtenet aangedreven door een windmolen en warmtepomp lucht/lucht of lucht/water?

Elektrische warmtepompen lijken momenteel het beste alternatief voor een warmtenet als dit niet rendabel genoeg is door gebrek aan een warmtebron of te weinig aansluitingen.

Water/water warmtepompen hebben de beste COP (Coefficient Of Performance). Dit geeft de verhouding van het vermogen geleverde warmte per vermogen verbruikte elektriciteit weer. De primaire waterkant vraagt een vrij dure investering in bijvoorbeeld een horizontale warmtewisselaar in de grond. Lucht/water-warmtepompen komen vandaag redelijk veel voor in nieuwbouw met lagetemperatuur-vloerverwarming.

Uiteraard komt de elektriciteit voor deze warmtepompen het best van groene stroom.

De elektrische voeding van lokale warmtepompen rechtstreeks aansluiten op lokale elektriciteitsproductie kan interessant zijn. Typisch gaat het hier over zonnepaneelinstallaties en geen windturbines, die hebben een te groot elektrisch vermogen. Zeker in de toekomst wordt het maximaliseren van de eigenconsumptie van zonnepanelen belangrijk. Dit helpt om het elektrisch net te ontlasten en zo het mogelijke aandeel hernieuwbare-energieproductie te verhogen.

Warmte is daarbij een efficiënte 'energieopslag’. Goed geïsoleerde woningen kunnen met warmtepompen warmte-energie opslaan als de zonnepanelen maximaal elektriciteit leveren en de warmtelevering onderbreken als de zon niet schijnt.

Het is moeilijk om een rendement te definiëren om deze oplossingen te vergelijken. Met groene stroom is de CO2-uitstoot van een warmtepomp bijvoorbeeld verwaarloosbaar. Financiële rendementen hangen dan weer af van het project zoals hierboven vermeld.

Wat zou het voordeel zijn van een centrale warmtepomp en warmwatertransport vergeleken met koudwatertransport en decentrale warmtepompen?

Een centrale warmtepomp kan zijn warmte onttrekken aan een bron die niet beschikbaar is voor de individuele kleine warmtepompen. Een alternatief is dan het koude water van deze bron -eventueel in niet geïsoleerde en dus goedkopere leidingen - rondpompen naar toch individuele decentrale warmtepompen. Deze alternatieven worden voor elk project wel degelijk onderzocht. Voor het warmtenet in Mortsel zijn er al geïsoleerde leidingen beschikbaar.

Zijn er ideeën om een buffertank te voorzien met hernieuwbare energie bij overaanbod aan elektriciteit op het net?

Het concept van warmteopslag in een buffertank bestaat ook al in Gent. Er zijn ook oplossingen met opslag in de grond. Meestal zijn deze oplossingen duur, maar misschien zijn ze wel rendabel in de toekomst. Voor het warmtenet in Mortsel is er enkel een kleine buffertank voor vermogensuitvlakking over ca. 30 minuten.