2023
Het op één na beste windjaar voor Ecopower
Dat het een goed windjaar zou worden, kondigde zich al in de zomer 2023 aan: we moesten terugkijken naar 2015 voor een julimaand met meer wind en schreven er dit blogartikel over. November 2023 werd nog zo’n topper met een totale productie van 12,2 GWh - enkel de novembermaanden in 2015 en 2009 waren beter.
En toen moest december 2023 nog komen met een absolute topproductie van 14,15 GWh: de tweede beste windmaand ooit, enkel overtroffen door februari 2020. We kijken tevreden terug op het tweede beste windjaar uit het bestaan van Ecopower. Alleen recordjaar 2020 deed beter. Hoeveel groene burgerstroom leverde onze windturbines dan op in 2023? Niet minder dan 94,9 GWh, wat overeenkomt met een besparing van maar liefst 37.800 ton CO2. De teller voor 2020 eindigde op 102,5 GWh.
Even omrekenen naar cijfers zoals u ze thuis gebruikt: 1 gigawattuur (GWh) komt overeen met 1 miljoen kilowattuur (kWh). Een gemiddeld Vlaams huishouden verbruik zo'n 3500 kWh per jaar, bij een Ecopower-huishouden is dat 2000 kWh. Dat betekent dat de Ecopower-windproductie van 2023 voldoende was om 47.450 Ecopower-klanten thuis van groene burgerstroom te voorzien! Tel daarbij de injectie van de coöperatieve zonne-installaties en de injectie van onze klanten met zonnepanelen en het plaatje is compleet.
Halen uw windturbines een goed rapport?
De totaalcijfers zijn mooi voor 2023, maar hebben onze windturbines ook optimaal geproduceerd? De performantie van een windpark wordt vaak uitgedrukt in vollasturen: dat is de totale tijdsduur waarin een turbine op maximaal vermogen produceerde. Om dat te berekenen delen we de jaarlijkse productie van een windpark (in kWh) door het vermogen (in kW). Het gemiddelde aantal vollasturen van alle Ecopower-windturbines samen bedroeg vorig jaar 2300. Nieuwere windturbines in Vlaanderen (3 MW) hebben ongeveer 2600 vollasturen, oudere turbines tussen 1700 en 2300. Moderne windturbines op zee halen tot 5000 vollasturen omdat het daar vaker en harder waait.
Als we kijken naar het individuele rapport van de Ecopower-windturbines, dan gaat de prijs voor best presterende turbine naar Eeklo Huysmanhoeve met bijna 3300 vollasturen. Ook de vier windturbines in Asse verdienen een pluim het met bijna 3000 vollasturen. De oudste parken (Kluizendok I en Eeklo 4) hadden de meeste problemen, met uitzondering van de turbine van Gistel die ondanks haar zestien dienstjaren nog steeds erg betrouwbaar is en goed produceert.
Hoe ziet de bijdrage per windpark eruit?
Het aandeel van de verschillende windparken in de totale productie verschilt. Op kop staat Asse – met vier windturbines ons grootste windpark en goed voor een kwart van de totale productie. De windparken met twee turbines volgen op de tweede, derde en vierde plaats: Eeklo 2, Mesnil en Beersel.
Onze jongste spruiten, de twee windturbines in Schelle, zijn pas sinds mei 2023 in dienst; ze hebben dus enkel gedurende de tweede helft van het jaar bijgedragen. De eerste productiecijfers zijn veelbelovend. Ook de vooruitzichten voor 2024 zijn goed: door de uitbreiding van ons windpark met de projecten in Lille, Bilzen, en - op de valreep met 2025 - Ranst, laten we de wind in het nieuwe jaar voor nóg meer mensen waaien.
En wat met zon?
Voor zon was 2023 een eerder gemiddeld jaar. Uit cijfers van Elia blijkt dat, in vergelijking met de voorbije vijf jaar, 1 kilowatt zon minder kilowatturen opbracht. In 2024 hopen we dat de zon een beetje meer van de partij is (of de wolken een beetje minder).
De Ecopower zonne-installaties op onder andere scholen, gemeentegebouwen en woonzorgcentra injecteerden 3,31 GWh, of 3.310.000 kWh groene burgerstroom. Dit is het deel van de lokale productie dat overbleef na rechtstreeks gebruik ter plaatse en dat dus beschikbaar was voor Ecopower-klanten. In de productiecurve zien we vooral pieken in de zomermaanden, wanneer de bijdrage van zonne-energie aan de totale energiemix het grootst is. De wind waait hele jaar door, maar net iets meer in de wintermaanden. Zon en wind vullen elkaar dus mooi aan.